Maandelijks archief: juli 2009

over het hoofd gezien

ook gemerkt? gisteren? dat ik een iemand schandelijk over het hoofd heb gezien?

Juist de oude dochter.

Zonder wiens fantastische en dagdagelijkse hulp het oude vrouwtje niet meer in haar huisje zou kunnen blijven wonen. Die zonder er iets voor te vragen elke dag weer staat. die zonder te klagen elke minuut van de dag op het oude vrouwtje zou letten.

Ja je hebt nog van die mensen, recht uit de oude doos die zonder boe of ba voor de oude van dagen zorgen.

Natuurlijk wéét ik ook wel dat de oude dochter hier nooit zal langskomen maar toch

Bedankt oude dochter om zo goed op mijn oud vrouwtje te letten.

Zo als u nu ooit een oude dochter tegenkomt die laat horen dat zij onbemind is kan u zeggen “het werd wél opgemerkt en het werd stilzwijgend bewonderd” misschien tegen “mijn” oude dochter misschien tegen een andere oude dochter maar zowiezo tegen iemand die het verdient

 

 

Bedankt…

wat zou je nu doen?

scène:

aantal jaren geleden in de Wibra in Leuven

personages:

oud vrouwtje zoekt wol

2 giechelende tienermeisjes

actie:

De 2 meisjes ‘pickpocketten’ het oude vrouwtje

hoewe een week of 2 later in Leuven 2 meisjes in de zelfde omstandigheden worden gearresteerd verliest het oude vrouwtje al haar bravoure

vanaf dan komt het oude vrouwtje niet meer buiten, niet meer naar Brussel, niet meer naar Leuven nog amper buiten in haar eigen dorp. Het oude vrouwtje wordt vanaf dan ook alsmaar verwarder alsof al haar geesteijke energie opgaat naar het onbewust uitzoeken van “wie, waarom en wanneer”

De jaren rijgen zich aaneen en het vrouwtje komt hoe langer hoe minder buiten. Gelukkig voor het oude vrouwtje woont naast haar haar oude dochter die dagelijks de boodschappen doet voor haar zodat ze zelf de boze wereld kan ontlopen.

Voorbije weken kwam dit trieste verhaal tot een, voorlopig, al even triest hoogtepunt.

Het oude vrouwtje kan in haar geest de boze buitenwereld niet meer de baas en de boze buitenwered sluipt langzaam maar zeker binnen.

’s nachts.

Het oude vrouwtje is er zeker van dat men nacht na nacht haar huis betreed, om haar portefuille te stelen, om een jas te stelen om een portefuille terug te brengen en en passent een frigo te stelen.

De dokters vinden er niet beters  op dan het oude vrouwtje kalmeerpillen voor te schrijven, zij die in heel haar leven amper iets sterkers dan aspirinne heeft moeten nemen. Resultaat: men heeft nu een nog steeds even paranoïd oud vrouwtje maar nu ook nog helemaal versuft.

Die nacht stijgt de tristesse nog een graadje, het oude vrouwtje vertrouwd ook haar familie niet meer gelukkig is de oude dochter een kranige tante die, gewantrouwd of niet weigert op te geven (de koppige ti…) en de hele nacht houdt zij wacht bij haar angstige moeder.

De volgende dag besluit de oude dochter de kalmeertabletten niet meer te geven. De oude dame keert langzaam terug, nog een beetje paranoïde, nog behoorlijk verward maar allesinds al iets levendiger…

 

En… nu je weet wat de gevolgen zijn van je jeugdige misstap, zou je hem nogmaals doen?  Heb je er spijt van? misschien ben je ondertussen allang op het rechte pad en denk je soms met schaamte terug aan die periode? Zak je dan nu helemaal door de grond? Misschien zit je nog steeds op het kromme pad, is dit dan een aanleiding om eindelijk een ‘carriereswitch’ te maken? Moest je jezelf hierin herkennen zou je dan de moed hebben om mij te contacteren en te zeggen “waarom” gewoon tussen jou en mij, no hard feelings?

Of kan het je net als toen nog steeds niets schelen?

heiligschennis

wat ik nu ga zeggen komt zo dicht in de buurt van heiligschennis als maar mogelijk is als men het niet heeft over heiligen, goden of andere aanverwanten.

IK HOU NIET VAN MICHAEL JACKSON’S MUZIEK

daar

nu ben ik ervoor uitgekomen

ik ben er nooit fan van geweest en ben het nog steeds niet

Dat de man dood is laat mij feitelijk behoorlijk koud behalve dan dat we nu om de 5 minuten worden lastiggevallen op de radio door man’s muzicale uitspattingen én dat ze nu dreigen met nóg meer van zijn muziek  op de markt te brengen.

Bovendien is hij gestorven-vermoord-allangdood-helemaalnietdood al naargelang de berichtgever en het uur waarop je de krant vastneemt of de radio aanzet

De legende in kwestie is vader-geenvader-fantastischevader-gefliptevader-kinderlijkevader afhankelijk van “hetboekskevandeweek”

Hoewel de man al een week of 3 dood is haalt hij nog dagelijks de kranten want ishijnuechtdood en zalhijdusnimeerzingen- gaan de concerten gewoondoor- komt hij terug opzijnconcerten en zegt “hahatwasmaaromtelachen”-zalzijnzuszezingen

maar dus al bij al

het laat mij behoorlijk koud

kaka daan

U kent het wel, uw kroost uw hart en uw leven uw TROTS

Behalve dan die momenten dat ze je het schaamrood op de wangen bezorgen

U kent het ook wél 2 kleine kinderen (en 1groot) een huis een tuin en werk.

De persoonlijke hygiëne word gereduceerd tot het strikt noodzakelijke. snelle douches en eens van ver een borstel door je haar…

en dan een mooie zomerdag gij wijst naar de lucht om de zoon iets te tonen en de zoon wijst met afgrijzen naar je oksels en roept voor de ganse buurt “MAMA KAKA DAAN”

gij ni altijd van de rapste laat staan van de snuggerste vraag in al u idotie uberhaubt van da te herhalen ‘euh… watte poppeke’

uw zoon, die anders nooit luistert maar net nu wel, roept zo mogeijk nóg luider “MAMA KAKA DAAN”

En neen ik ben niet meteen de douche ingesprongen en mijn scheermes ter hand genomen, zó beïnvloedbaar ben ik ook weer niet

 

ik heb zonder verpinken gewacht tot mijn avondlijke douche

ontsnappen voor beginners

de dochter hangt in haar park

letterlijk hangen

ze hangt op haar oksels en klemt met haar tenen de baren vast en klimt zo omhoog

terwijl ik zeg dat ze da niet mag doen

lacht ze breeduit antwoord “taidaida” en doet vrolijk verder

ik heb een flauw vermoeden dat ik de dochter NIET tot aan 20 maanden af en toe in haar park zal kunnen droppen

euh….

6u 15 de dochter wordt wakker. Mijn eerste gedacht: “jow zis aat vandaag”

mijn tweede: “dat de man maar eens opstaat”

de man in kwestie denkt daar anders over

“mag ik vandaag es bijven liggen?” vraagt hij met een innemende glimlach

ik staar hem verbaast aan “wat bedoel je met ‘ne keer’?”

“allé ja ik bedoel gij hebt gisterennamiddag een ureke geslapen en dus …”

“jama” protesteer ik nog “ik slaap in de namiddag een ureke omdàt ik elke morgen zo vroeg opsta en …”

ik word de mond gesnoerd “ok bedankt hé! kzal mijne wekker zette dan kunde gij over een ureke terug in u bed kruipen”

kwaad antwoord ik “ja laat maar aan die spellekes doe ik niet mee!”

“OK!” antwoord de man vrolijk en draait zich om ensnurkt vrolijk verder

ik pak de dochter op en ga naar beneden.

 

20 na 6 ik en de dochter zitten beneden. Zij vrolijk kraaiend ik verbijsterd, verwonderd, en alle andere beschrijvingen van een “state of mind” die zich afvraagt wat er zonet is gebeurt

 

damn hij is er maar weer eens in geslaagd en straks vraagt hij dan “waarom zijde vies?”

jong geleerd is oud gedaan: stoefen voor gevorderde

De zoon ligt in de zetel n krijgteen pampar rond de poep.

Vol bewondering kijkt hij naar zichzelf en verkondigd “wostje”

‘Worstje?’ vraag ik ‘hebde gij een worstje?’

waarop de zoon begint te grinniken en zegt

 “neen… Oiefant”

 

hij begint er vroeg aan

de kleine advocaat

Wellicht herinnerd u zich de “strondaffaire” nog

Dan bent u ondertussen ook op de hoogte dat wij de zoon voor een broekske vo belonen met een snoepje.

Zo ook van de week. Alleen de snoepjes waren nog maar net aangekocht en lagen nog op de keukentafel waar de keine snotneus ze uiteraard snel had opgespoort. Daarom mocht hij van mij (de moeder dus) deze keer zélf  één snoepje pakken.

Ik zeg hem dan ook klaar en duidelijk “ééntje hé”

en de zoon herhaald ‘ééntje hé’ waarop zijn handje de zak induikt en met, hoeveel precies weet ik niet maar allesinds, meer dan “ééntjé er weer uitkomt.

“ewel?” vraag ik “is dat ééntje?”

de zoon kijkt me aan en herhaald standvastig ‘ééntje hé’

“ja” zeg ik hem “ééntje, en hoeveel heb jij er?”

hierop kijkt de zoon een beetje verbaast naar zijn toegeklemt vuistje waar langs allekanten beertjes uitpuilen

‘ééntje..’ probeert hij

“dat is ni eentje hé pop!” wijs ik hem met recht en rede terrecht

De zoon bekijkt zijn handje nogmaals, slaat zijn ogen naar me op en zegt ‘mama… één handje… hé’

tja….

Damian

Damian, Britt,  in oostkamp een jongentje van wie er geen identiteit is vrijgegeven en dan nog alle kindjes die het nieuws niet halen.

Op Damian’s engelenmis was er amper volk want de ouders woonden er nog niet zolang. Dus zelfs in de dood staat het kindje alleen. En wie er dan wel was maakte ruzie, over wie er wel en niet mocht zijn. Ze zouden hun moeten schamen.

Ik stop ermee. Ik lees geen kranten meer. Als ik zo iets zie staan is het sterker als mezelf, ik MOET het lezen, niet uit een soort wellust maar omdat ik ergens tussen mijn maag en hart een knoop voel omdat het voelt dat ook MIJ die kinderen koud laat als ik het niet lees ook al ga ik er kapot van. Want tekens weer lopen de tranen vrijuit, telkens weer lig ik ’s nachts aan hen te denken, tekens weer vraag ik mij af hebben ze afgezien, hebben ze hun afgevraagd “waarom” en “zien ze mij dan ni graag”

neen ik moet ermee stoppen

 

Damian, Britt en al de anderen, het gaat jullie goed…

daar…

 ergens…

spoken bestaan ni

Spoken bestaan ni

En omdat spoken niet bestaan geloof ik er ook niet in

Spijtig genoeg eindigd daar alle rationaliteit bij mij

want hoewel ik niet in spoken geloof (omda ze ni bestaan) ik ben er wél bang van…

tja…

ik heb da zo ook met weerwolven die bestaan ook niet en daar geloof ik ook niet in

alleen ge krijgt mij met geen stokken buiten op vollemaan

Zombies is iets voor films maar ik zweer plechtig dat op de begraafplaats van sint pieters ’s nachts mensen lopen

misschien zijn ze nog niet helemaal dood maar helemaal just ‘hierboven’ zijn ze toch ook niet.

Nu ik vind: ge kunt maar ni voorzichtig genoeg zijn en dus neem ik het onzekere voor het zekere en omgekeerd

Maar goed, spoken dus.

Gisterenavond lag ik met de dochter op ons bed

de dochter lag in’t putteke van mijnen arm te soezelen en deed aan zelfbediening ik liet de voorbije dag aan mijn gedachten passeren, over hoe warm het wel ni was en hoe ik precies toch niet tegen die ozon kan en hoe ik soms dacht dak dood ging vallen enfin u kent dat wel die gezellige net voor het slapengaan gedachten.

Plots staat mijn hart stil (figuurlijk bedoel ik), boven mij zweeft een spook

ECHT WAAR

ik durf de man niet te wekken want dan moet ik mij bewegen en nu weet ik niet veel van spoken en dus weet ik ook ni of dat ding ermee gaat kunnen lachen als ik plots beweeg

Terwijl mijn geest overuren draait, mijn hart aan 100 int uur klopt (jaja dat gaat alweer) en ik een complete paniek aanval probeer te vermijden begint er mij langzaam iets te dagen….

 

hoogtijd om die ondergordijnen af te halen