Maandelijks archief: oktober 2009

ZOOOOOOOOOOOOO’N hart

Vanmorgen toen ik met de zoon in school aankwam stond juf Liliane nog in de gang de spulletjes van de andere kindjes op te halen.

“Dag Thorben, lieve schat, ben je al wat beter” vraagt ze zeemzoet aan de zoon (die gisteren vlak voor zijn optreden moest overgeven) “Ja” zegt de zoon stoer en stapt zonder omkijken de klas binnen.

“Da’s toch zo ne lieve jongen hé? Ja echt en met alles meedoen enzo”

ik overhandig Juf Liliane een aantal Plastiek zakken voor de school en de juf zegt “ma ja hij heeft dan ook zo’n lieve mama”

“echt ne lieve lieve jongen”

ik stamel iets van “jabedanktdasleukomtehoren”

denk ik

want om te praten moet je lucht hebben en voor de moment is alle plaats in mijn borstkas ingepakt door ZOOOOOOOOOOOOOOOOOOO’N hart

mijn zoon, de lieve

pannenkoekenvrede

de  strijdbijl is begraven, of allesinds ze ligt al zekers op de grond.

Ik ga pannekoeken bakken voor de zoon zijn klasje als ze vrijdag moeten dansen op het grote podium zodat al die hummeltjes tenminste niet van den honger van t podium totteren

en ik heb juf Griet 3 paar collangs kado gedaan wegens ze emme er voor elk optreden te kort

dus vanaf nu heerst tussen mij en Juf Griet een gewapende vrede

Niet dat juf Griet daar veel last van zal hebben want volgens mij heeft ze nooit geweten dat het überhaubt oorlog was.

Jah als ge alleen met 2eneenhalf jarige omgaat moete niet van de rapste zijn hé (ok af en toe nog een uitschuivertje moet kunnen per slot van rekening is de vrede slechts gewapend)

hoe gaat het ECHT met u?

hoe dikwijls hebben wij nog tijd of zin om te luisteren?

hoe vaak zeggen we niet “hei, hoewist”

zeggen, niet vragen want het antwoord interesseerd ons gene zak, om het maar eens plat te zeggen.

Hoe vaak is het u al niet overkomen dat je ziet dat je buur, collega, kruidenier om de hoek een bleek en getrokken uitziet, duidelijk met iets zit en toch je zegt ‘hei,hoewist’ en of ze zeggen “goed” en jij bent blij dat ze gelukkig niet doorbomen of ze antwoorden “och weetje,…” en jij kijkt al op je horloge en zegt ‘ja juist das wel erg hé allé salukkes tot de volgende’

maar misschien komt er geen volgende, en dan zeggen we met zen allen “goh da haddek nu ni gedacht si”

en neen we hadden dat niet gedacht, omdat we geen tijd of zin hebben te denken aan een ander.

Ok ik geef toe ik ga soms ook wel in de fout, al probeer ik wel als ik zie dat iemand mee zit of hoor dat de “goed hoor” helemaal niet gemeend is even door te vragen, maar soms heb ook ik geen zin om een ander zijn miserie te horen of geen tijd om even te luisteren of het ineresseert mij idd geen zak.

daarom roep ik, helemaal op mijn eentje, morgen, 28 OKTOBER uit tot internationale “hoe is het ECHT met u?-dag”

ik beloof plechtig als ik morgen aan iemand vraag “hoewist?” dat ik zal luisteren of je je nu zorgen maakt om je kinderen of kleinkinderen, over de rekeningen in je bus, de gezondheid van je grootmoeder of buurvrouw of de nagel van je pink die is gescheurd, morgen luister ik.

geen goede raad, geen horloge en geen ‘goh ja das erg hé tot de volgende’

 

maar gewoon luisteren

 

dus. Hoe is het ECHT met u?

jaloers? MOI???

waar zou ik in godsnaam jaloers op moeten zijn?

Per slot van rekening ben IK de enige en vooral de BELANGRIJKSTE vrouw in het leven van de zoon, voorlopig toch en hopelijk ook nog voor een tijdje.

zo gisterenavond bv, of liever deze nacht

De zoon schruwelde dat horen en zien verging weigerde te slapen wou naar ‘beneeeje’ wou naar mama haar grote bed wou een verhaaltje en wou hare wrijven en wou vooral niet slapen

wat de papa ook probeerde het bracht geen zoden aan de dijk.

tot ik naar beneden ging en met veel liefde en geduld (nu ja) een flesje klaarmaakte met zo een beetje honging smaak

dat de zoon met even veel liefde en geduld (jaja) heb gegeven terwijl door zijn haren wrijf en vertel

dat hij als hij schoon ging slapen hij de dag erna naar school mocht. Gaan spelen met Senne, en Sverre en Oliver enzo maar de zoon toonde toch maar weinig enthousiasme en dan maakt ik de grootste fout van mijn leven

ik zei ‘en naar juf Griet’ waarop de zoon een gelukzalige glimlach op zijn mondje toverde ‘jah’ zuchte en ‘jufgrietje’ mompelde en al even glimlachend prompt in slaap viel

 

maar ik jaloers????

belange niet

pieker-koningin

Ik pieker graag, of allesinds men zou dat kunnen denken want ik doe gewoon niets anders

dag in, dag uit en ook nog terwijl ik slaap (behalve als ik over studio 100 liedjes droom)

ooit lang geleden ging ik zo eens naar een psycholoog die stelde voor een “piekerhoekje” te maken en daar te gaan zitten om te piekeren, ergens anders mocht ik dan niet meer piekeren. Nog niet zolang geleden las ik in de flair (ofzo) dezelfde tip.

Nu, ik heb dat nooit gedaan, om te beginnen zat ik, toen ik die mega-tip kreeg nog op kot en degene die ook bij ons op kot zaten weten gerust dat er daar helemaal geen piekerhoekplaatsje over was.

bovendien zag ik mijzelf daar al 24/7 zitten

want waar die (flair)psychologen medunkt geen rekening mee houden is dat ge nu nie bepaald piekert op comando zo van ‘123start’ en als de wekker gaat stoppen we ermee

een van de grote nadelen van piekeren (allesinds wat mij betreft) is dat het u (enfin mij) zo een beetje overvalt. Ik pieker of ik pieker ni maar ik sta er allesinds niet bepaald bij stil of ik nu wél of niet zou gaan piekeren.

Bovendien pieker ik over vanalles

“gaat de zoon graag naar school; ziet de school graag de zoon komen; kan het kwaad dat we niet ver van hoogspanningkabels wonen; hoever zouden die rotorbladen van het windmolenpark verder bollen moetsten ze loskomen; is de dochter niet wat laat met praten; wat moet ik vanavond klaarmaken; zou alles goed zijn met de baby; ruiken de lakens wel goed; is de zoon ni te bleek; kannet kwaad dat de dochter graag boterhammen met choco eet; maak ik wel vaak genoeg soep; ben ik een slechte moeder omdat ik de zoon op school laat warm eten etc”

enfin om kort te zijn: een pieker-hoekje: ik pieker er niet over

schoolstrijd

u kent het misschien nog wel, in de jaren stillekes van de vorige eeuw vond er bij ons een heuse schoolstrijd plaats, zo hevig dat we dat jaren later nog op ons geschiedenisbord kregen in dezelfde scholen.

 

vandaag de dag is er weer een schoolstrijg gaande en wel tussen de school van de zoon en mezelf

blijkbaar hebben we toch niet geheel de zelfde gevoelens over opvoeden.

De tweede schooldag repte ik mij iets te vroeg naar school want ik was de eerste schooldag iets heel belangrijks vergeten te zeggen. U kent dat wél emoties enzo.

mijn boodschap : “Thorben moet altijd beleeft zijn”

de juf keek mij lachend aan en antwoorde “oooh maar dat moeten ze op school ook zijn hoor”

ik had misschien op dat moment moeten aandringen én specifieren dat ik doelde op Oost-vlaamse of Brabantse beleeftheid en niet op West-vlaamse boertigheid.

sinds de zoon schoolwaarts trekt komt hij dagelijks thuis met aangename gewoontes als daar zijn: bijten, krappen, slaan, stampen, duwen en trekken, roepen en eisen stellen en tegenspreken. Dat laatste is niet zo eenvoudig voor een kind wiens woordenkennis nog danig beperkt wordt door de leeftijd.

ik en de school: ferme strijd dus

 

al vraag ik mij af of deze ooit de geschiedenisboeken zal halen

opvoedkundig? DIKKE NUL!!

Na ons, niet erg geslaagde poging tot een middagdutje staat de zoon op bed te springen.

Op en Neer.

Plots valt mijn oog op een “wonde” aan de zoon zijn been. Mijn eerste gedacht is dat het een brandwonde is.

Ik vraag de zoon hoe hij daar aankomt en de kleine man antwoord zonder aarzelen “andewijdaa” ofzo iets uiteraard.

mijn wenkbrauwen bevinden zich ongeveer aan mijn haargrens als ik (zonder énige sugestie) vraag “heeft Xander je PIJN gedaan????”

‘andewijdaa’ antwoord de zoon weer (of nog steeds zoiets) even twijfel ik misschien zegt hij iets héél anders dus probeer ik, nog steeds zonder énige sugestie “heeft juf liliane je pijn gedaan?”  ‘Ja’ antwoord het baasje, nu weet ik ondertussen wel dat antwoorden die beperkt blijven tot ‘ja’ en ‘neen’ meestal niet geheel met e waarheid stroken.

Omdat ik nu toch wel eens wil weten wat er is gebeurt probeer ik de pieren uit de zoon zijn neus te peuteren

‘wie heeft dar gedaan’?    “anderwijdaa”

‘wat heeft xander gedaan?’   “anderwijdaa pijndaan”

‘ja da weet mama, maar WAT heeft xander gedaan?’  “andewijdaa pijndaan”

ok zo komen we niet verder

‘Hoe heeft Xander, Thorben pijngedaan?’  “ja pijndaan”

Djeezes waarom worden kinderen niet geboren met de kennis van alle vraag-woorden ingebakken bon de niet sugestieve vraagstelling vliegt volledig overboord ‘Heeft XANDER Thorben GESTAMPT?’   “ja!”

Ik vraag mij af wat ik nu ga doen, Xander eens een serieus pak rammel geven kwestie dat ie dan wel zal leren datem zich niet tegen de kleintjes moet weren, of Juf Lilian een serieus pak rammel geven (voor de zekerheid) ziet dak em toch verkeerd em verstaan, de zoon stantepede van school halen een schoolbord kopen en alvast beginnen oefenen om hem thuis onderwijs te geven…. Ik graak er niet volledig aan uit

 

voor de zekerheid haal ik toch maar de zoon zijn agenda er zitten nl 2Xanders in de zoon zijn klas, ik toon hem de foto’s van de klasgenootjes en vraag hem te tonen wie hem pijn heeft gedaan (ik heb zo een vermoeden dienen ene ziet er echt een stuk µ£*$! uit) en jawel de zoon wijst zonder aarzeling die Xander aan.

 

omdat ik ntl niet, weeral, K&G-gewijs gebuisd wil worden vraag ik voor de zekerheid toch maar ‘en heeft Thorben Xander pijngedaan?”  ‘ja!’

uiteraard moet ik nu zeggen dat Thorben ook geen kindjes mag pijndoen. Per slot van rekening maak ik daar met de man ruzie om hij is vant standpunt als ze beginnen vechten magem terugslaan, maar hij mag niet beginnen. Ik vind dat dat helemaal niets oplost.

daarom zeg ik dan ook heel kordaat: “GOED ZO! als Xander u pijn doet doet gij dan maar pijn terug”

 

 

als ik de ander Xander aanduid  en vraag ‘hoe noemt da kindje’ krijg ik als antwoord ‘andewijdaa’

damn klein kinderen ze helpen u ook ni echt hé

dag kleine man

De zoon heeft vandaag zijn eerste schooluitstapje

naar het bos

dus ni bepaald een halve wereldreis

maar wél voor mij

Mijne kleine meter stoere bink kijkt er naar uit hij ritst zijn rugzak uit de zetel en staat te springen “sjool gaan sjool gaan’

Ik zou hem het liefst thuishouden, maar ik besef ook wel dat ik at de zoon niet kan aandoen.

wat niet wegneemt dat ik de uren aftel dat ik hem terug kan gaan ophalen

en onertussen hoop ik maar dat er niets gebeurd en dat iedereen goed op mijn bazeke let

 

dag kleine man

 

welkom grote jongen

Freddie de huismuis

hoewel wij over een klein leger katten beschikken die zowel de veldmuizen-, duiven- en merelpopulatie in omgeving Brugge ferm uitgedun hebben is er toch een eenzame muis in geslaagd het huis binnen te glippen

Blijkbaar halen de damens en heren katten des huizes ferm hun neus op voor een ordinaire huismuis

want dat is Freddie geen veld maar een huismuis.

omdat wij nog geen muizenval hebben woont Freddie voorlopig op de gasmeter (overdag) en op de telefoon (s avonds)

u denkt nu natuurlijk aan vergif en daar heb ik ook even aan gedacht maar er lopen (en kruipen) hier kleine kinderen rond

 

en een arsenaal (aartsluie) katten ni te vergeten

dus vergif: not done

ach hij bedoelde het allemaal niet zo

remember: miguel

het kindje dat een jaar geleden tegen de vuisten van zijn stiefvader aanliep en dat hartverscheurend genoeg niet overleefde.

de stiefpapa wil nu niet naar assisen want: hij bedoelde het allemaal niet zo.

Nu de eerste moordenaar die vrijwillig zegt “stuurt mij maar naar assise want ik verdien het” moet waarschijnlijk nog geboren worden

ik snap wel dat je als advocaat je cliënt moet verdedigen en dat in princiepe iedereen recht heeft op een verdediging, maar soms heb ik het daar toch héél moelijk mee

 

héél moeilijk

 

http://www.nieuwsblad.be/Article/Detail.aspx?articleID=3T2GEEA9